dieren kiezen partij

 rat

leve onze trouwe viervoeter

Adriaan Quidam is zijn naam

uitgekookt zijn denkraam

het air van een gangster hij zei

 

ik ben een rat snuffelen en knagen

dat is mijn enige bijdrage

aan de wereld van morgen

ik doe niet aan kopzorgen

 

veel geleerd heb ik van de mensen

die mij het liefst doodwensen

de arrogantie van een dier dat met hartstocht en plezier

zijn eigen soort vermoordt

zich beroepend op gods woord

 

muis                           

 

half verscholen onder een herfstig eikenblad

zag ik vlak bij het voorhuis een dooie muis

hij lag op zijn rug

kopje opzij

staart in de krul

pootjes omhoog

pretoogjes open

 

of ik blij was met wat ik had gevonden

nee niet echt

eerder opgewonden

ik weet niet waarom

bang dat ik dom overkom

 

 

 

 

eekhoorn

 

ik zag een Siberische eekhoorn

in het grote Sterrenbos

hij kruiste toevallig mijn pad

en vroeg hoe gaat-ie schat

en vervolgde droogjes

jij geloofde toch in sprookjes

ik zei natuurlijk ik zei

de sterren boven mij

maken mij vrij

 hond

 

overdag ben ik normaal en gezond

voor de buitenwacht een echte bofkont

maar 's nachts is er de hondse hond

zijn gehuil gaat door merg en been

mij bevangt compassie en speen

 

is het mogelijk dat mijn droom verklankt

de gebeten hond die steeds in mij jankt

of is er nog een ander interpretatieprincipe

 

lieve help

hij blijft maar janken en piepen

eend

 

wie naar muziek luistert

zoals een eend hoort

heeft de platte smaak

van eendimensionale kwaakspraak

alles gaat hopeloos verloren

zonder oren voor bijvoorbeeld

ik noem maar wat een hobo d'amore

 

 

slak

 

er woonde een slak op het dak

ze heette Rietje Retestrak

ze wilde graag naar beneden

maar ja

geen benen

beneden woonde eveneens een slak

hij heette Olaf Oppendraf

hij riep kom van dat dak af

zij riep ik durf niet

veel te diep

ach kom toch van dat dak af

riep weer Olaf Oppendraf

Rietje Retestrak keek hem lang aan

kon hem niet weerstaan

ze nam een sprong

je bent maar één keer jong

niet waar

maar ja 

geen benen

 

Olaf Oppendraf begroef haar terstond

in zachte potgrond

zong een aria in slakkengang

en rouwde levenslamg

om Rietje Retestrak

mol

 

hij heeft een overwegend schuw karakter

 

stil zeggen de luidruchtigen

angstig zeggen de angshazen

arrogant zeggen de predikanten

onzeker zeggen de zekeren

 

het liefst woont hij diep onder de grond

in een hol zonder protocol

 

zeggen de oppervlakkigen

schaap 

 

er waren eens twee schapen

het ene schaap uit Emmerich

emmerde hoogst merkwaardig

het andere schaap uit Zevenaar

zeverde alsmaar bonsoir bonsoir

kappen nou riep schapenvrouw

van jullie word ik horendol

oké, zei een van de twee

bonsoir bonsoir en gedwee

kropen ze onder de wol

eindelijk rust dacht de vrouw

ellendig al dat gemauw

kever

 

'k liep over een viaduct

op een mooie dag

midden in oktober

 

'k stond even stil

links en rechts beneden mij

twee razende autostromen

maar dichterbij

het was als thuiskomen zag ik

twee prachtvolle graspollen

fleuren in smalle betonscheuren

een frivole kever had zich verscholen

bang voor een onverhoedse radarcontrole

 

'k liep over een viaduct

op een mooie dag

midden in oktober

 

de zwarthaarmelkzweefvliegwals

 

sierlijk zwevend met vleugels als juwelen

om de liefde van de dophommel vrij te spelen

steelt ze de show in en om fraaie struwelen

zijn bonkige sprieten raken eeltig maar teder

de tengere zwarthaarmelkzweefvlieg en samen

samen dansen ze de zwarthaarmelkzweefvliegwals

dat wil zeggen voor zwarthaarmelkzweefvliegen zo goed als

zweefvlieg

 

als ik zonder zweefvliegbrevetje

zoem naar mijn eerste boeketje

en ik volgens het insecten-draaiboek

mijn favoriete aaibloem bezoek

zie ik dat zij reeds is bestoven

jammer waarom nu nog uitsloven

 

dan maar zweven ad libitum

naar een doorsneebloem

daar zijn er meer dan genoeg van

echt veel meer dan ik aankan

als zweefvlieg kieskeurig zijn

is zorgen voor snel sacherijn

 

ik word bedreigd met uitsterven

mijn soort zal niets beërven

geen koninkrijk zelfs geen aarde

het enige dat overblijft van waarde

het enige dat van mij straks over is

ligt in een lade van Naturalis

 

 

eend

 

wie naar muziek luistert

zoals een eend hoort

heeft de platte smaak

van eendimensionale kwaakspraak

alles gaat  hopeloos verloren

zonder oren voor bijvoorbeeld

ik noem maar wat een hobo d'amore

 

kwakzalvende eenden

ontleenden gemakshalve

na het geschater de kater

van het smerige water

aan het  spottend gesnater

maar één dag later

hoorde je weer het geklater

that sounds like nonsense

but it is pure like plenzen

vlinder

 

 

een kameel

zonder twee bulten

op zijn rug achter en voor

heeft één heel groot nadeel

moet je er snel van door

blijf je moeilijk in het bgareel

 

zit je op een ezel

koppig en tegen de keer

berg je dan

zeg alleen maar

doedoeqi of au revoir

 

berijd je een oude knol

traag als een slome slak

houd dan de teugels maar strak

want als ie plotseling schrikt 

oooh la la slaat ie op hol

niet meer in control

 

springt een brutale aap

op je rug watervlug

trekt ie aan je haar

is ie vast onbetrouwbaar

zeg aap noot mies

en weg is ie cum suis

 

vraagt een vlinder

vlieg je mee zeg je

da's vet okee

je vraagt

hoe heet je

zegt de vlinder

Goeree over Flakkee

jij zegt

nou Goeree da's toevallig

mijn opa heet ook over Flakkee, jee

zegt de vlinder

ik vlieg naar Zeeland

naar familie over Flakkee

jij zegt ik ga mee Goeree

mijn familie heet ook over Flakkee

woont ook in Zeeland

vlakbij het strand

kunnen we samen spelen jee

paard

 

ik ben van boerenafkomst

er staat een paard in de stal

moeders bewerken het land

varkens wroeten in de grond

er Staa een paard in de stal

ik wacht lang op mijn beurt

dan mag ik op zijn rug

ik heb hoogtevrees en val

de oude boerderij valt

met paard stal en al

in de graaihanden

van de Vooruitgang

ooievaar

 

in Goirle was het

 

ik zag er vijftig ooievaars

de vleugels zwart

de snavels rood

ze foerageerden in een wei

langs de rivier de Lei

 

het ging om een onheilsbode

van toornige grensgoden

 

je kent de grillen van het klimaat

wees beducht op onraad

het is vlug te laat